Foto: Domenico Fornas/Shutterstock
In de veroordeling van de voormalig CEO van FTX Sam Bankman-Fried, heeft de rechter het verzoek om een verlenging van het strafproces afgewezen. De veroordeling van 28 maart komt daarmee niet in de problemen, concludeert de Amerikaanse rechter.
Cryptokoning dieper in de put
Recentelijk heeft het verdedigingsteam van Sam Bankman-Fried, voormalig CEO van FTX, verzocht om een uitstel van vier tot zes weken voor zijn geplande veroordeling eind maart. Dit verzoek werd gedaan vanwege de mogelijkheid van een tweede proces dat eerder in dezelfde maand zou kunnen beginnen. Helaas heeft een rechter dit verzoek recentelijk afgewezen, waardoor het strafproces volgens de oorspronkelijke planning zal verlopen.
Ex-CEO Bankman-Fried van de nu failliete cryptobeurs FTX is door de rechter schuldig bevonden op alle zeven aanklachten, variërend van fraude tot witwassen.
Een rechter in het Amerikaanse federale systeem heeft het verzoek van voormalig CEO Sam Bankman-Fried verworpen om zijn procesduur te verlengen en het interview voorafgaand aan de veroordeling met het Probation and Pretrial Services System in de Verenigde Staten uit te stellen, dat belast is met het aanbevelen van een passende straf.
Geen uitstel van executie voor SBF
Advocaten van Bankman-Fried hebben op woensdag een brief ingediend waarin zij vroegen om verlenging. Hierin werd vermeld dat hij mogelijk geconfronteerd wordt met een tweede proces waarop extra aanklachten rusten, gepland voor 11 maart. De zitting voor de veroordeling staat gepland voor 28 maart. Daarnaast verzochten zij om uitstel van het geplande interview voorafgaand aan de veroordeling dat op donderdag zou plaatsvinden, evenals verlenging van andere deadlines.
“We pleiten ervoor dat de heer Bankman-Fried niet aan het strafproces voor de veroordeelde aanklachten begint, inclusief het interview voorafgaand aan de veroordeling, totdat de gescheiden aanklachten zijn opgelost,” zo staat in de brief. “Dit zou mogelijk kunnen leiden tot een afzonderlijk PSR (Pre-Sentence Report) en een afzonderlijke veroordelingszitting voor gedrag dat al deel uitmaakte van het bewijs van de overheid tijdens het proces”, sluit het bericht mee af.