Foto: Shutterstock/Nat_V
Net als de meeste andere landen op de wereld kijkt ook Nederland tegenwoordig erg nauwlettend naar het bezit van crypto-investeerders. Autoriteiten zullen met nieuwe Europese regels nóg strenger worden, wat op vrijdag officieel is geworden. Nederland is sinds gisteren onderdeel van een groep landen dat in de toekomst samen zal werken om belastingfraude te voorkomen.
Nederland strenger op crypto investeerders
Dat schrijft het Ministerie van Financiën in een statement. Samen met 50 landen wereldwijd zal het informatie uitwisselen om beter zicht te hebben op de crypto-industrie en het bezit van investeerders. De crypto-industrie is namelijk erg internationaal. Als je als investeerder een account hebt op een buitenlands platform, dan kan de Nederlandse Belastingdienst dit namelijk niet zomaar opvragen. Daar moet tot nu toe een reden voor zijn.
Maar daar komt met deze overeenkomst verandering in. 50 verschillende landen, waaronder bijna alle EU-landen, Australië, Canada, Mexico, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, doen mee aan dit plan. Dat betekent dat als je crypto bij een bedrijf in één van deze 49 andere landen hebt aangeschaft of hebt gestald, de Nederlandse overheid dit zal weten.
Wel zal het nog tot 2027 duren voordat het voorstel actief wordt. Criminelen hebben dus nog even de tijd om ervoor te zorgen dat ze zich aan de regels houden.
MiCA wetgeving is ook streng
Bijzonder aan dit plan is dat zoveel verschillende landen wereldwijd eraan meedoen. Binnen de Europese Unie moet de Markets in Crypto-Assets-wetgeving (voorheen MiCA, tegenwoordig MiCAR) ook al voor strengere regels zorgen. Onder andere de Know Your Customer-regels (KYC) worden aangescherpt, wat vorig jaar eigenlijk al duidelijk werd uit het beleid van Coinbase. Van de Nederlandse overheid moest de exchange namelijk zeer goed letten op waar de transacties van klanten voor bedoeld zijn.
Eerder deze week werd duidelijk dat beleidsmakers ook de risico’s van stablecoins willen verkleinen. Uitgevers van deze tokens moeten bijvoorbeeld hun blootstelling aan bepaalde financiële producten beperken en spreiden. Dat moet de sector een stuk veiliger maken.