Foto: Shutterstock/Marc Bruxelle
Tether en zusterbedrijf Bitfinex worden beiden aangeklaagd in de Amerikaanse staat New York. Ze zouden namelijk betrokken zijn bij het verduisteren van een gat in de begroting van maar liefst $800 miljoen. Het verhaal speelt al langer maar onlangs heeft het hooggerechtshof bepaald dat de bedrijven wel degelijk aangeklaagd mogen worden in de staat.
De zaak betreft een gat in de begroting van $800 miljoen dat ontstond nadat verschillende autoriteiten het geld hadden bevroren. Het geld stond op de rekening bij de Panamese bank Crypto Capital Corp. De bedrijven zeggen nog steeds bezig te zijn om het geld terug te krijgen en het verlies van het geld niet hebben geprobeerd te verbergen.
Toch beschuldigt de procureur-generaal van de staat New York dat de bedrijven hebben getracht het gat te verstoppen. Zo leende Tether het bedrag aan Bitfinex in de vorm van tether USD (USDT), wat door de crypto-community werd bestempeld als belangenverstrengelingen. Het moederbedrijf van Tether en Bitfinex, iFinex, probeerde onder de rechtszaak uit te komen door te stellen dat zijn activiteiten niet in het rechtsgebied van New York vallen.
Deze motie tot verwerping heeft het hooggerechtshof nu afgekeurd. Het verwees hierbij onder andere naar een andere rechtszaak waarin een enkele transactie op New York’s grondgebied voldoende was om een rechtszaak door te laten gaan.
iFinex lijkt het probleem van de verloren honderden miljoen intussen al opgelost te hebben. Zo lanceerde het vorig jaar mei zijn eigen utility token, LEO-token genaamd. Hiermee haalde het $1 miljard op.
Bitfinex ligt daarnaast onder vuur doordat de systemen van de exchange het meerdere keren begaven tijdens cruciale momenten. Dit leed ertoe dat er in april liefst $441 miljoen wegstroomde, waarschijnlijk als gevolg van investeerders die hun bitcoin (BTC) besloten terug te trekken.