Ontdek waar Europeanen het meeste en minste belasting betalen
Foto: Lea Rae/Shutterstock
Belastingpercentages verschillen enorm tussen Europese landen. Daar weet Nederland in principe alles vanaf. Het heeft directe gevolgen voor de koopkracht en levensstandaard van de inwoners. Sommige landen kennen daarnaast ook extreem hoge belastingtarieven, terwijl andere aanzienlijk lagere percentages hanteren. Nederland en België trekken het Europese gemiddelde omhoog, maar met positieve gevolgen.
Zo extreem verschillen belastingpercentages in Europa
Sommige inwoners van ons land kiezen ervoor om te emigreren naar een land waar de belastingpercentages aanzienlijk lager liggen. Daar valt wat voor te zeggen. Echter lever je ook een hoop in op andere gebieden van de samenleving.
In Europa variëren de belastingpercentages erg sterk. In een land als Denemarken betaal je 55,9 procent belasting, daar waar je in Bulgarije en Roemenië slechts 10 procent inlevert. Dit verschil van meer dan 45 procentpunten heeft grote invloed op de economie en het leven van de inwoners.
Deze Europese landen voeren de lijst aan, Nederland en België scoren hoog
Zoals al gezegd is Denemarken de koploper in Europa als het gaat om belasting, met een percentage van 55,9 procent als inkomstenbelasting. De top drie wordt verder aangevuld door Frankrijk (55,4 procent) en Oostenrijk (55 procent). Andere landen die op de lijst volgen zijn Spanje en België, wat West-Europa duidelijk op de kaart zet als een regio met hoge heffingen.
Nederland staat op de tiende plaats in Europa met een belastingpercentage van 49,5 procent (in de 3e schijf). Dat ligt een stuk boven het Europees gemiddelde. België doet het nog iets ‘slechter’ en staat met 53,5 procent op de vijfde plaats. Dat is echter niet voor niets. De burgers genieten van een uitstekend zorgstelsel en pensioenvoorzieningen, iets wat meerdere Oost-Europese landen niet kunnen zeggen.
Meer dan de helft van het verdiende inkomen in België verdwijnt zo met een goede reden in de staatskas. En in bijvoorbeeld Denemarken geniet men van gratis studeren, een fijn werkklimaat (waarbij veel bedrijven een vierdaagse werkweek hanteren) en goede pensioenen. Ook Frankrijk en België staan bekend om hun sterke sociale zekerheid.
De strijd tussen belastingtarieven en sociale voorzieningen
Aan de andere kant van het spectrum vinden we Bulgarije en Roemenië. Zij hanteren met 10 procent de laagste belasting van Europa. Andere Oost-Europese landen zoals Moldavië en Hongarije hebben ook relatief lage percentages, zo rond de 12 procent. Ook in Estland en Georgië betaal je nog onder de 20 procent belasting over het inkomen.
Dat deze landen te maken hebben met een lage belastingdruk, mag duidelijk zijn. Landen met een lage belastingdruk bieden doorgaans minder uitgebreide sociale voorzieningen. Zo betalen burgers in Bulgarije minder inkomstenbelasting en sociale premies, maar moeten zij vaak meer uit eigen zak betalen voor bijvoorbeeld zorg en onderwijs.
Maar waarom betalen inwoners van Denemarken dan bijna de helft van hun inkomen aan belasting, terwijl Bulgaren onder de 10 procent blijven? Dit heeft te maken met verschillende factoren. Hoge belastinglanden hebben vaak een sterk sociaal contract. Daarbij zijn burgers vaak bereid om meer te betalen in ruil voor uitgebreide collectieve voorzieningen. Lage belastinglanden focussen daarentegen meer op individuele verantwoordelijkheid, zo toont het finance-nieuws.
Daarnaast speelt het economische plaatje een belangrijke rol. Rijkere landen, waaronder Nederland en België, kunnen hogere belastingen innen zonder dat dit hun economie schaadt. Armere landen daarentegen hanteren lagere tarieven om buitenlandse investeringen aan te trekken. Historisch beleid en politieke keuzes bepalen tot slot hoeveel prioriteit een land geeft aan sociale zekerheid.
📲 Het belangrijkste crypto nieuws in je broekzak? Volg ons Whatsapp kanaal en ontvang 3x per dag de meest actuele crypto-updates