Justitie VS beschuldigt Visa van monopolie en machtsmisbruik
Foto: Tony Stock/Shutterstock
De Department of Justice (DoJ), oftewel het Amerikaanse Ministerie van Justitie, heeft Visa aangeklaagd. De aanklacht stelt dat Visa zijn machtspositie in de betalingsmarkt heeft misbruikt
De aanklacht stelt dat Visa doelbewust de concurrentie belemmerde door het andere bedrijven moeilijk te maken op de markt actief te zijn.
Visa maakt misbruik van machtspositie
De DoJ heeft een mededingingszaak aangespannen tegen betalingsgigant Visa. Volgens de aanklacht heeft Visa een monopolie op debetbetalingen, wat in strijd is met de mededingingswetgeving.
De aanklacht kwam op 24 september binnen bij de federale rechtbank van New York. Volgens de aanklacht dwingt Visa verkopers tot exclusiviteitsovereenkomsten en dreigt met boetes als ze niet meewerken. Door verkopers te binden aan exclusieve overeenkomsten, beperkt Visa de mogelijkheden voor andere bedrijven om voet aan de grond te krijgen in de markt voor debetbetalingen.
Uit marktonderzoek blijkt dat Visa 60 procent van de Amerikaanse debetkaartmarkt in handen heeft. Deze dominante positie levert het bedrijf jaarlijks meer dan $7 miljard aan transactiekosten op, alleen al in deze sector.
De openbare aanklager is Merrick Garland. Volgens Garland profiteert Visa onevenredig van de recente prijsstijgingen vanwege hun dominante marktpositie. Hij stelt dat dit indruist tegen de principes van eerlijke concurrentie en gezonde marktwerking.
“Wij beweren dat Visa op onwettige wijze de macht heeft vergaard om vergoedingen te vragen die veel hoger zijn dan wat het zou kunnen vragen in een concurrerende markt.
Handelaren en banken berekenen deze kosten door aan de consumenten, hetzij door de prijzen te verhogen, hetzij door de kwaliteit of de dienstverlening te verminderen.
Als gevolg daarvan beïnvloedt het onwettige gedrag van Visa niet alleen de prijs van één ding – maar de prijs van bijna alles”, zo meldt de aanklacht.
Visa beschuldigd van concurrentiebeperking door samenwerkingen
Volgens de klacht gebruikt Visa zijn dominante positie op de markt ook om potentiële concurrenten over te halen om samen te werken in plaats van te concurreren. Door strategische partnerships te sluiten, zou het bedrijf deze mogelijke concurrenten effectief neutraliseren. Zo voorkomt Visa dat deze bedrijven uitgroeien tot serieuze uitdagers op de markt.
Deze praktijken ondersteunen de stelling van de DoJ dat Visa’s strategie uiteindelijk de consument schaadt. Volgens de aanklacht leidt dit marktgedrag tot beperkte keuze en hogere prijzen, zelfs als er ogenschijnlijk alternatieve aanbieders zijn. Deze ‘concurrenten’ zouden door hun samenwerking met Visa namelijk geen prikkel hebben om lagere tarieven te hanteren of betere diensten aan te bieden.