Foto: rafapress/Shutterstock
Het grote nieuws is op dit moment de aanklacht van de Securities and Exchange Commission (SEC) tegen het bedrijf Ripple en de verkoop van het XRP (XRP) token. Maar hoe gaat Ripple zelf eigenlijk om met deze zaak? In dit artikel blikken we kort terug op een verklaring die het bedrijf eerder al met zijn investeerders deelde.
De aanklacht van de SEC betreft het XRP token. XRP is een van de grootste cryptocurrencies en is volgens de SEC een effect of investeringscontract. Dit betekent dat Ripple de verkoop van XRP had moeten registreren en dat het dus $1,3 miljard aan XRP illegaal heeft verkocht.
De verklaring begint met de reacties van de advocaten van het bedrijf; Andre Ceresney en Michael Kellogg. Zij zijn er van overtuigd dat Ripple “zal overwinnen wanneer we voor een neutrale fact-finder staan.” Daarnaast is deze aanklacht “rechtswege fout.”
De advocaten hebben er dus alle vertrouwen in dat Ripple en XRP er goed vanaf zullen komen. Maar aangezien het de advocaten zijn van Ripple is die positiviteit natuurlijk niet onverwachts. De CEO van Ripple Brad Garlinghouse neemt vervolgens het woord en lijkt ook over te stromen van zekerheid over een goede uitkomst.
Hij haalt drie punten aan waarom hij vindt dat XRP geen “investeringscontract” is. Samengevat komt dit neer op het volgende:
- XRP is geen investeringscontract omdat XRP houders niet meedelen in de winsten van het bedrijf Ripple,
- Als een investeerder in Ripple wil investeren dan kan hij of zij aandelen in het bedrijf kopen,
- De waarde van XRP is niet afhankelijk van de acties van Ripple.
Aldus Garlinghouse. Vooral dit laatste punt is wellicht lastig uit te leggen. Ripple bezit namelijk nog steeds een enorme hoeveelheid XRP, bijna de helft van het totaal, en verkoopt deze ook zo nu en dan. De verkoop van XRP lijkt hiermee een belangrijk onderdeel van het verdienmodel, al kan dit niet met zekerheid worden gesteld.
Opvallend is ten slotte dat Garlinghouse en Chris Larsen de mogelijkheid hebben gehad om te schikken, waarmee een rechtszaak dus zou worden afgewend. Maar ze zijn zo zeker van hun zaak dat ze dit aanbod hebben afgeslagen:
“Chris en ik hadden de mogelijkheid om apart te schikken. We zouden dat kunnen doen, en het zou allemaal achter ons liggen. Gebeurt niet. Zo zeker zijn Chris en ik dat we gelijk hebben. We zullen agressief vechten – en onze zaak bewijzen.”