Foto: rafapress/Shutterstock
De CEO van de grootste crypto exchange in de Verenigde Staten, Coinbase, schaart zich achter Ripple (XRP). Vandaag tweette Brian Armstrong: “De Ripple rechtszaak gaat beter dan verwacht,” en nu gaan er geruchten rond dat Coinbase de altcoin binnenkort weer gaat noteren. Is dit waarschijnlijk?
Armstrong schreef vanochtend het volgende in een tweet:
“De Ripple-zaak lijkt beter te gaan dan verwacht. Ondertussen realiseert de SEC zich dat het aanvallen van crypto politiek onpopulair is (omdat het consumenten schaadt).”
The Ripple case seems to be going better than expected. Meanwhile the SEC is realizing that attacking crypto is politically unpopular (because it harms consumers). https://t.co/ePLnbqNLwU
— Brian Armstrong (@brian_armstrong) October 26, 2021
En voegde hier nog aan toe: “De ironie is dat de mensen die ze zogenaamd beschermen degenen zijn die hen nu aanvallen.” Hiermee doelt Armstrong waarschijnlijk onder andere op recente ontwikkelingen waarin XRP-houders mee wilden doen aan de rechtszaak. Daar ging de rechter toen niet in mee. Wel kregen de XRP-houders in kwestie de status “vrienden van de rechtbank,” een positie waarin zij de rechtbank wel mogen adviseren en informatie mogen aanleveren.
De uitspraken van de CEO van Coinbase veroorzaken nu geruchten dat XRP mogelijk alsnog weer wordt genoteerd op de exchange. De verwijdering van de altcoin in januari dit jaar zorgde voor een enorme koers crash. Maar of Coinbase XRP nu weer zal toevoegen is nog maar de vraag.
Coinbase, een beursgenoteerd bedrijf, kreeg het eerder al aan de stok met de Securities and Exchange Commission (SEC), de tegenpartij in de Ripple rechtszaak. Dat ging toen om een nieuw leenproduct dat Coinbase wilde lanceren. De exchange heeft toen afgezien van dit product. Het zou dus onverwacht zijn als Coinbase nu opeens wel tegen de stroming van de SEC in zou gaan.
Ripple wordt verdacht van het verkopen van XRP als security, oftewel effect, zonder dat zij daar de benodigde licenties voor hadden. De rechtszaak loopt al een behoorlijke tijd en het lijkt er niet op dat er binnenkort een einde komt aan dit hoofdstuk.