Foto: rafapress/Shutterstock
Ripple, het bedrijf achter de XRP cryptocurrency, heeft een kleine winst geboekt in de controversiële rechtszaak met de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC).
Ripple wordt momenteel aangeklaagd door de SEC omtrent de illegale verkoop van $1,3 miljard aan securities, oftewel effecten, met XRP. De advocaten van Ripple willen dat William Hinman, voormalig directeur van bedrijfsfinanciën van de SEC, een verklaring aflegt in de rechtbank.
Hinman zei namelijk in 2018 tijdens een speech dat ether (ETH) geen securities zijn vanwege de decentrale aard van het Ethereum netwerk. Ripple hoopt dat ze na een verklaring van Hinman deze logica wellicht ook kunnen toepassen op XRP, al zal de centrale aard van deze crypto alsnog een struikelblok zijn.
De SEC diende onlangs een motie in tegen het verzoek van Ripple. Volgens de financiële toezichthouder zou het verzoek namelijk een gevaarlijk precedent scheppen. Volgens de SEC zou het de “sluisdeuren” kunnen openen voor tal van bedrijven die een dergelijke poging willen wagen en dat zou kunnen leiden tot een reeks van dagvaardingen voor SEC functionarissen. Ook zou het toekomstige SEC functionarissen kunnen weerhouden een dergelijke publieke functie in te willen vullen.
Rechter Sarah Netburn is het daarmee niet eens en heeft daarom de motie van de SEC geweigerd. Dat meldt persbureau Bloomberg op 16 juli:
Ripple Labs can depose a former SEC official about the agency’s policy decisions as the company fights a lawsuit accusing it of misleading investors https://t.co/sL2ZCQkzba
— Bloomberg (@business) July 16, 2021
Volgens de rechter gaat het hier niet om een “doorsnee handhavingszaak” en zal de depositie van Hinman niet gelijk de “sluisdeuren opengooien.” Ze voegt daaraantoe dat de rechtszaak “belangrijke beleidsbeslissingen op de markt met zich mee brengt,” en dat het bedrag en het publieke belang in de zaak “aanzienlijk” zijn.
Dat betekent dus dat de advocaten van Ripple toch Hinman mogen laten getuigen. De SEC heeft echter alsnog de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen deze beslissing van de rechter.